Menu Zoeken

Inleiding

In de negentiende eeuw beschouwde men foto’s als onpersoonlijke, mechanische reproducties van de werkelijkheid; inmiddels is de fotografie in economisch, cultureel en artistiek opzicht niet meer weg te denken uit het hedendaagse leven. Foto’s zijn een cruciaal ingrediënt geworden van de moderne media. Het belang van een goede wettelijke bescherming is dan ook evident. Dat belang schuilt niet alleen in de relatie met opdrachtgevers die zich – bewust of onbewust – niet aan de afspraken houden. Het zijn tegenwoordig vooral wildvreemden die het auteursrecht van fotografen met voeten treden. Dat begon al met de kopieermachine, maar nam pas echt ongekende vormen aan met de intrede van het digitale tijdperk, in het bijzonder het internet. Daar staat tegenover dat al deze technologische vernieuwingen de huidige generatie fotografen ook weer nieuwe kansen en mogelijkheden bieden.

Fotografen hebben in hun dagelijkse beroepspraktijk voortdurend met auteursrecht te maken, wellicht vaker dan zij zich realiseren. De maker van een foto kan in principe zelf bepalen wat er met zijn foto gebeurt en kan geld vragen voor het gebruik ervan. Het klinkt eenvoudig, maar de praktijk is vaak anders. Dat ‘in principe’ maakt het al lastig. De Auteurswet is niet over alle zaken even uitgesproken en de bepalingen en uitzonderingen die erin staan, zijn soms voor verschillende interpretaties vatbaar. Opdrachtgevers, gebruikers en ook fotografen weten vaak niet precies wat wel en niet mag en de kleine lettertjes zijn vermoeiend; napluizen hoe het zit, gebeurt meestal pas als er onenigheid ontstaat over het gebruik van een foto.

Achteraf rechtzetten is altijd lastiger dan vooraf goed regelen. Dit boek wil het de fotograaf en opdrachtgever daarbij makkelijker maken. Het geeft tips over de onderlinge afspraken die gemaakt kunnen worden om misverstanden te voorkomen en beschrijft hoe fotografen zich sterker kunnen maken tegen inbreuken. Het legt uit wat de auteursrechtelijke rechten en plichten van fotografen zijn. Bij de volgorde van alle onderwerpen is niet de wet als uitgangspunt genomen, maar de belevingswereld van de fotograaf. Het startpunt is dan ook datgene waar het in dit boek allemaal om gaat: de foto. Daarna bespreken we de fotograaf als maker, zijn mogelijkheden om zijn werk te exploiteren, de auteursrechtelijke inbreuk, de uitzonderingen, de portretrechten en de collectieve rechten. Achterin het boek worden juridische begrippen uitgelegd, zijn de relevante onderdelen uit de Auteurswet opgenomen, en zijn lijsten te vinden met relevante organisaties en naslagwerken. Hier zijn ook voorbeelden te vinden van zakelijke documenten die fotografen kunnen helpen bij de uitoefening van hun auteursrecht.

Tot slot mag een algemene waarschuwing over het auteursrecht op deze plaats niet ontbreken. In het recht bestaat geen absolute waarheid, alleen tegenovergestelde belangen. Wanneer partijen er onderling niet uitkomen, zal de rechter die belangen tegen elkaar afwegen. Daarbij zal hij ook kijken of zijn beslissing redelijk is. Wat redelijk is, ligt voor iedereen anders en hangt ook weer af van de specifieke omstandigheden van elk geval. Noch de Auteurswet noch dit boek kunnen voorzien in pasklare antwoorden, hooguit in bruikbare aanwijzingen. Aarzel dan ook niet om bij twijfels een specialist te raadplegen. Wie zijn rechten kent, is de wereld over het algemeen een stap voor.