Menu Zoeken

Gerard Wessel

Gerard Wessel (1960). Foto: Paul Levitton.

Aan ambitie ontbrak het niet. Tijdens zijn studie aan de School voor Fotografie en Fotonica in Den Haag reisde hij samen met studiegenoot Ad Nuis naar Parijs. Op goed geluk klopten ze bij Magnum aan. Ze liepen er Peter Martens tegen het lijf die toen voor Panorama werkte. Bij Magnum werd het niets: er waren geen stageplaatsen.

Na zijn studie ging Gerard naar als eerste Panorama: "Gewoon met een doosje met foto's, geen luxe map. Maar ik was helemaal vergeten met wie ik een afspraak had. Hele slechte binnenkomer, heel onprofessioneel. Gelukkig had ik die week ook een afspraak bij Nieuwe Revu, samen met Herman Brood die af en toe iets voor het blad deed. En Herman was het onderwerp van mijn eindexamen geweest. Een betere kruiwagen was er niet. Het klikte gelijk. Ik heb meteen een foto verkocht en een week later had ik mijn eerste opdracht. Hoe? Ze hadden gezegd: als je een leuk idee hebt, kom dan maar een keer langs. Dus twee dagen later stond ik er weer, met wel veertig ideeën. Ik bruiste van energie. Zwervers in Amsterdam was een van de ideeën. Ze lagen bij me in het portiek. Twee weken later heb ik het ingeleverd, op briefkaartformaat, want ik zat krap bij kas. Ze moesten daar wel om lachen. En ze zeiden dat ik nog een 'spread' moest maken. Geen idee waar ze het over hadden. Het werden acht pagina's. Een bliksemstart. Ik ging voor ze freelancen en voor ik het wist zat ik twee maanden in Afrika samen met schrijver Paul van Gageldonk en een groep truckers in het kader van Live Aid.
Eigenlijk vond ik het allemaal volslagen normaal zoals het ging. Ook Ad maakte een vliegende start, bij Panorama. Ik kon bij Sygma komen, maar dan moest ik in Parijs dag en nacht ook alle kleine klussen doen. Dus koos ik voor Nieuwe Revu."

Maar na achttien als freelancer en de laatste twee jaar in vast dienst wordt ook Gerard in 2005 ontslagen. "Toen ik er kwam viel alles op z'n plaats, geweldige sfeer. Later kwamen er mensen die geen affiniteit hadden met fotografie, niet met mijn fotografie. Zwart-wit was 'junkenfotografie' volgens een hoofdredacteur. Ze wilden gewoon wat anders, kleur, geen straatfotografie. De opkomst van de digitale fotografie. Op een bepaald moment is het me door de vingers geglipt, gezin, kinderen, vrouw werkte. Gaande weg kreeg ik minder tijd voor fotografie. Je moet eigenlijk altijd op straat zijn, en dat is moeilijk te combineren met een gezinsleven, bijkans onmogelijk. Ik hield het niet meer bij. Een ruzie met de art director beslechte mijn lot. In een vergadering heb ik gezegd dat hij er niets van begreep en eigenlijk niet bij de Nieuwe Revu thuishoorde. Een 8×10 inch portret was als postzegel geplaatst. Doodvonnis getekend. Einde van mijn fotocarrière."
Vijf jaar later wordt de foto alsnog gebruikt, als cover van Revu xx. Gerard: " Eindelijk eerherstel."

Na de breuk met Nieuwe Revu belde er geen enkel ander tijdschrift. Hij maakte de overstap naar digitaal en naar kleur, maar niet van harte en in kleur haalde hij nooit het niveau van zijn zwart-wit werk. "Ik zit nu in de fase dat ik zo weinig werk heb, dat ik tot de conclusie ben gekomen dat ik weer van me moet laten horen. Dus ben ik met een nieuw fotoboek bezig, 25 jaar Amsterdam. Gewoon weer in zwart-wit. Oude foto's aangevuld met nieuw werk
Het heeft een paar jaar geduurd, maar nu ben ik weer bezig met fotograferen zoals ik dat goed kan en ook leuk vind. En als het goed is komt er volgend jaar een heruitgave van Herman Brood uit 1990. Volgend jaar is Herman tien jaar dood.
Mijn jeugdige bravoure is wel verdwenen. Na 20 jaar is het moeilijk om jezelf opnieuw te ontdekken, uit te vinden, een ander stijl te vinden. Dat werkt niet.

Je hebt één stijl, daar ben je goed in.

Ik heb veel nagedacht over de volgend stap, digitaal manipuleren, fotojournalistiek opnieuw uitvinden, maar dat is moeilijk, want er is nauwelijks nog een markt voor. Probeer het maar eens om per maand voor € 5000 aan reportages te verkopen. Daar zit de toekomst niet. Ik heb het antwoord nog niet. Waar ik goed in ben, willen ze niet meer. Misschien moet ik gewoon wachten tot ze wel weer belangstelling krijgen. Maar ik maak me nu geen zorgen meer. Ik heb wel mijn uitgavenpatroon aangepast. En ik geef les, voor het geld maar ook omdat ik het leuk vind.
Er zijn veel fotografen van mijn generatie die over hun houdbaarheidsdatum heen zijn. Misschien is mijn probleem geweest dat ik mijn stijl niet heb aangepast. Dat ik niet commerciëler ben gaan werken in mijn reportagefotografie. Maar daar heb ik niet zo'n zin in, nog steeds niet."

Scheveningen, 7 september 2010