Menu Zoeken

Martijn Kleppe

Geboren in 1979, Onderzoeker in beeld. Foto: Geertje van Achterberg
'Er bestaat niet zo iets als een kwaliteitsnorm.'

Martijn werkt aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, faculteit Erasmus School of History, Culture & Communication. Hij is momenteel in de afrondende fase van zijn proefschrift over Nederlandse iconische foto's, is als historicus betrokken bij een groot Europees onderzoeksproject over het ontsluiten van audiovisuele archieven en geeft les aan studenten. Daarnaast bespreekt hij regelmatig merkwaardige foto's bij nieuwsberichten in zijn column 'Top die Foto!' op www.Photoq.nl.

We spreken Martijn tijdens de jurering van World Press Photo, waar hij het juryproces bestudeert en probeert te doorgronden waarom bepaalde foto's gekozen worden en anderen niet.

Beeldselectie #1

'Toen ik begon met mijn promotieonderzoek, ging het vooral over de betekenis van beeld, maar ik ben nu steeds meer geïnteresseerd in hoe mensen beeld zoeken. Hoe beeld geselecteerd wordt en waar mensen dat beeld vandaan halen.

Als je veel naar websites kijkt – wat ik de laatste tijd veel doe voor mijn rubriek 'Top die Foto!' op Photoq.nl – dan zie je toch wel vaak hetzelfde beeld. En heel veel nietszeggend beeld. Dan heb ik het vooral over websites als NU.nl of elsevier.nl of [websites van] de Persgroep kranten. Er moet altijd een foto bij staan, lijkt wel de gedachte.
Maar vaak is het een onderwerp dat niet goed te illustreren is of in ieder geval hebben ze geen goede foto kunnen vinden. Dus kiezen ze maar wat. Die indruk heb ik steeds meer.

Kijk naar volkskrant.nl – dus niet de papieren krant, maar de website – daar zitten mensen die gewoon geen goede opleiding hebben gehad in het kijken naar beeld, laat staan het selecteren van beeld.

Op plekken waar veel mensen komen – zoals Nu.nl of nos.nl – zitten mensen die wellicht wel liefhebbers zijn van fotografie, maar niet getraind zijn in het selecteren van beeld en ook niet in het nadenken over de vorm van beeld en de mogelijkheden van beeld in combinatie met een nieuwsbericht of een video die op dezelfde website staat.
Dat is niet zo zeer een onderwerp waar ik mij veel zorgen over maak, maar het is wel heel opvallend. Je ziet dat er overal beeld is, maar het selecteren van beeld wordt echt onderschat, ook op scholen voor journalistiek en andere opleidingen.

Bij NU.nl moet er bij ieder bericht een foto – wat voor foto dat dan ook is – omdat anders het bericht eenvoudigweg niet online kan. Dat is dus enerzijds een technische eis, maar anderzijds ook wel een klikgedachte: dat een foto meer clicks genereert. Maar daar heb ik zelf nooit onderzoek naar gedaan.
Ik heb laatst bij een debat gepleit: plaats gewoon minder foto's. Als je geen goede foto hebt of alleen een foto bij die wel erg rolbevestigend is, doe dan eens geen foto. Maar daar kreeg ik de handen niet voor op elkaar van de fotografen.

Neem een onderwerp als 'problematiek rond allochtonen'. Of het nu gaat om 1. criminele jongeren die een homostel de buurt uit treiteren of 2. die het slecht op school doen of 3. een bende die in de Amsterdamse Diamant buurt is opgepakt, je hebt grote kans dat bij alle drie die berichten dezelfde foto staat, omdat gezocht wordt op de termen Marokkanen of op jongeren of allochtonen. Maar ik vraag me dan altijd af of die foto echt wel dat verhaal illustreert zoals de schrijver het bedoeld heeft. Ik denk dan: doe gewoon geen foto. Maar het idee is er kennelijk dat dat niet kan.

Nieuwsfoto's die als archieffoto functioneren, dat is het probleem. Redactionele stock. Ik ben historicus dus ik ben iemand die heel erg gaat zitten zeuren van waar kijk ik nu precies naar. En historici willen altijd de authenticiteit van de bron achterhalen: wie heeft dit geschreven of wie heeft die foto gemaakt en wat is het nieuws. Dus het zal ook wel met mijn achtergrond te maken hebben. Maar bij nieuws denk ik altijd: is het nu echt de foto van het nieuws waar we het over hebben of niet of is het een stock-nieuwsfoto. Misschien dat een fotograaf of een redacteur het geen enkel probleem vindt.'

Kwaliteit #1

'Er bestaat niet zo iets als een kwaliteitsnorm of zo. Fotografie is gewoon interpreteren en iedereen interpreteert anders. Het is een subjectief medium, zoals ieder medium dat is in mijn ogen.
Ik kan een foto mooi vinden, maar dan hoeven andere mensen dat nog niet te vinden. En ik kan het een nieuwsfoto vinden, maar dat hoeft iemand anders ook niet te vinden. Wat voor mij nieuws is, hoeft dat voor jou niet te zijn.
En dat is natuurlijk fascinerend aan World Press Photo. Dat je mensen hebt uit allemaal verschillende werelddelen, met verschillende leeftijden en uit verschillende culturen, die allemaal anders naar nieuws kijken. Dus een fotoserie over verkrachte vrouwen, daar kan de één het lot of het verdriet in zien, terwijl een ander juist de kracht van die vrouwen ziet.

Wat kwaliteit bij World Press Photo is voor de juryvoorzitter, hoeft het voor mijn moeder niet te zijn. Maar net zo goed andersom. En dat is het moeilijke als je fotograaf bent.

Ik denk dat veel fotografen worstelen met de vraag: ga ik mijn eigen weg en ik zie wel of mensen er behoefte aan hebben of richt ik me op de mainstream om te zorgen dat mijn beelden verkocht worden? Ik denk dat het een flinke worsteling is voor velen, maar ik heb er geen antwoord op. Maar of dat nu heel anders is dan 20 jaar geleden? Of 50 jaar geleden?'

Beeldherkenning #1

'Elke fotograaf heeft een website, maar komen echt niet allemaal boven de 100 hits per dag uit. Je hebt fotograferen die met crowdfunding werken en die weten mensen aan zich te binden, maar volgens mij zijn dat er niet veel, is het nog steeds marginaal en staat het in de kinderschoenen.

Natuurlijk kun je zonder kranten of tijdschriften, maar dan moet je nog steeds mensen zien te bereiken. En dat kan via de Volkskrant, maar dat kan ook iemand op Twitter zijn of een affiche dat je zelf ophangt in de stad, bij wijze van spreken. Maar je zal altijd moeten zorgen dat mensen naar je toe komen.

We denken in beelden en we kijken in beelden, maar we praten in woorden en we zoeken in woorden. Wat gaat daar in veranderen? Dat is wat mij echt interesseert. Je ziet natuurlijk al wel dingen. Ik vind echt dat de beeldherkenningssoftware al heel ver is. Nog niet perfect, maar wel echt heel ver. Kijk maar wat Google laat zien met Google Image search en ook datgene wat Tineye laat zien.

Laatst heb ik een zoekmachine gezien waar ik iets kan tekenen en vervolgens gaat hij zoeken op basis van mijn tekening in Google Images. Dat gaat best wel ver.
Het is wat wij de semantic gap noemen; het verschil tussen het praten met woorden over beelden en het kijken in beelden. En volgens mij wordt dat gat steeds kleiner. Er gaat echt tussen nu en 10 jaar een systeem komen waarbij woorden niet meer nodig zijn. Dat is een ontwikkeling die fotografen niet in de hand hebben, maar waar ze wel over kunnen nadenken. Want ik ben er echt van overtuigd dat het er gaat komen. Zeker met de brij aan foto's die alsmaar groter wordt, wordt de behoefte aan dat soort technieken alleen maar groter. En dat zie ik ook bij dat Europese project waar ik bij betrokken ben. Dat gaat over audiovisuele archieven, waar het probleem nog groter is. Want in een tv programma van een uur komen wel driehonderd mensen voor en eigenlijk wil je dat al die driehonderd mensen opgeschreven worden, zodat je ze later weer kan vinden en kan verkopen. Daar speelt het nog veel meer en audiovisuele archieven en tv programma's zijn daar volgens mij echt verder in dan fotoarchieven. Fotoarchieven en fotobureaus moeten daar veel meer op gaan zitten.'

Beeldselectie #2

'De redactie van Het Parool hier in Amsterdam heeft geen zeggenschap over de eigen website, die in Rotterdam gemaakt wordt. Daar zitten andere mensen op met andere verantwoordelijken. Minder getraind als het om fotografie gaat, dat vermoeden heb ik overduidelijk. Of een andere visie.
Er zijn genoeg theorieën dat je op het internet andere foto's zou moeten gebruiken dan in de krant, maar volgens mij werken daar ook mensen...
Ik bedoel: op de school van journalistiek bestaat geen vak beeldselectie, dat bestaat gewoon niet. Dat is ongelofelijk! Zeker als iedere krant zegt dat we in een beeldcultuur leven. Dat is toch idioot. We denken en zien in beelden. We leven in een beeldcultuur, maar betalen niet voor beeld, wat bizar is. Die krant bestaat toch voor 70% uit beeld.

Het zou kunnen dat een fotoredacteur op een krant helemaal geïnstitutionaliseerd is in zijn functie – of hoe zeg je dat – en dus andere keuzes maakt dan een webredacteur die mogelijk dichter bij de lezer staat. Dat zou kunnen. Maar het zou ook kunnen dat zo'n webredacteur nog veel meer te doen heeft dan alleen foto's kiezen, dat die weinig tijd heeft en snel een foto kiest waarvan hij denkt: die is ok, die neem ik gewoon.'

Kwaliteit #2

'Wat is kwaliteit? Ik weet ook wel dat iedereen zegt dat vroeger Life nog prachtige fotoseries had of in ieder geval grote fotoseries. Ja, voor die tijd was het misschien heel goede fotografie. Ik zie ook wel foto's op tentoonstellingen waarvan ik denk: dit is prachtige fotografie, dit zou in de krant moeten staan. Maar dat is mijn standaard en niet van de redacteuren en ik heb nog nooit een onderzoek gezien dat aan heeft getoond dat de verkoop van een krant is gedaald omdat er slechte fotografie in zou staan.

Ik heb veel lezersonderzoeken gedaan en gelezen, maar ik heb nog nooit een lezer horen zeggen: de fotografie is zo slecht, ik heb mijn abonnement opgezegd.
Ik heb wel gehoord: die columnist staat me niet aan of er is te weinig aandacht voor Ajax of Feyenoord . Of de foto moet echt zo enorm choqueren dat men boos wordt. Maar dat zijn incidenten.
Terwijl iemand die zich al wekenlang of maandenlang irriteert aan een columnist in Het Parool, de zegt dat abonnement gewoon op een gegeven moment op. Ik heb zelden dat soort argumenten over fotografie gehoord.

Ik vind zelf bijvoorbeeld de fotografie in het Volkskrant magazine best wel goed en dan soms gaat het weer wat minder, maar dat is voor mij nog nooit reden geweest om te denken: nu ben ik het zat, ik zeg de krant op.

Kijk naar de bezoekersaantallen van World Press Photo, die zijn gigantisch, of kijk naar het succes van Foam. En hoeveel fotomusea hebben we niet in Nederland? Ik denk dat mensen het wel belangrijk vinden, maar als totaalplaatje in een krant of een tijdschrift zal het nooit de beslissende factor zijn in de hoofden van mensen. Het blijft ondersteunend, helaas.'

Beeldherkenning #2

'Keywords of in ieder geval gevonden worden, daar gaat het natuurlijk om. Er zullen altijd filtermechanismes moeten blijven voor journalisten en voor mij als burger die geïnformeerd wil worden. Maar binnen zo'n database zijn er heel veel manieren om gevonden te worden. En één daarvan is heel slim met keywords omgaan. Als historicus ga ik heel vaak steigeren, dan denk ik: waarom hangt hier het keyword hangjongeren aan, want ik zie gewoon twee jongens lopen op straat. Maar goed dat is dan weer Martijn de zeikerige historicus. Maar als ik Martijn de fotograaf zou zijn, dan zou ik er zoveel mogelijk aanhangen, maar dan wel de relevante woorden.
Ik zou me vooral gaan verdiepen in die beeldherkenningstechnieken. Hoe die beeldherkenning gaat werken heb ik inmiddels wel door en ik weet ook op welke punten ze in foto's wat gaan vinden. Straatnaamborden zijn bijvoorbeeld heel nuttig om in je beeld te plaatsen, want beeldherkenning herkent ze. Dus als iemand gaat zoeken op straatnaam en er hangt nog geen trefwoord aan, dan vind hij toch die foto.

Uiteindelijk wordt het een combinatie van trefwoorden en beeldherkenning. Het punt is dat veel fotografen zich hier helemaal nog niet van bewust zijn. Ik denk dat een heleboel fotografen gewoon nog niet op de hoogte zijn dat die technieken eraan zitten te komen. Hoewel het al lang in Facebook zit. Maar volgens mij kun je als fotograaf hier echt je voordeel mee doen. Op wat voor manier dan ook, daar ben ik zelf ook nog niet helemaal uit, maar wel door er over na te gaan denken dat er echt een fase komt dat die trefwoorden waarschijnlijk alleen nog maar automatisch toegekend gaan worden, 80% wel en misschien 20% niet. Maar het gros zal automatisch toegekend worden.'

Beeldselectie #3

'Ik heb voor mijn proefschrift heel veel geschiedenisboeken geanalyseerd en makers van die boeken gesproken. En dat onderzoek gaat over de vraag of er Nederlandse foto's zijn, die over een periode van 30 jaar heel vaak gebruikt worden in schoolboeken? En daarna heb ik gekeken hoe ze worden gebruikt en of er sprake is van een betekenisverandering? En het tweede deel van mijn onderzoek was gewoon praten met de mensen die al die boeken maken. En ik vind schoolboeken echt fascinerend, want dat is een onderschat massamedium volgens mij

Er is een team van auteurs die het boek maakt en vaak één eindredacteur. Elke auteur schrijft een hoofdstukje, maar die schrijft niet alleen, die zoekt ook de beelden erbij, dat is één en dezelfde persoon. En dan krijg je de vraag hoe zoekt hij die beelden?
Bij geschiedenisbeelden zeggen die redacteuren eigenlijk allemaal: dan ga ik even zitten en dan denk ik, ja Den Uyl, wat voor beeld heb ik van Den Uyl? Dat is de vent die een beetje voorover gebogen is, dat die de last van de wereld bij wijze van spreken met zich meedraagt, dat is leuk, daar kan ik heel veel aan ophangen. En dan gaat die naar Google en dan tikt die dus in: Den Uyl, gebogen rug. En dan vindt hij dus alleen maar foto's waar dat staat. Dus je ziet vaak bij dat soort redacteuren, die hebben al een bepaald beeld in hun hoofd. En ik denk dat je dat ook wel kunt abstraheren naar nieuwsredacteuren: je hebt een bepaald beeld van criminele Marokkaantjes en daar ga je naar zoeken en dan zou het kunnen dat je nog iets anders vindt, maar dat is marginaal denk ik.

Uiteindelijk gaat de redacteur op zoek naar een beeld dat hij al in zijn hoofd heeft.
En dat is wat ik dan fascinerend vind, want blijkbaar – zeker bij die geschiedenisboeken – zoeken ze dus beelden die de makers al in hun hoofd hebben, en die geven we als het ware door aan onze kinderen en daar vormen we hun visuele collectieve geheugen mee. En als die kinderen nu straks een werkstuk moeten maken, dan denken ze: die Den Uyl, daar heb ik al die foto's van gezien, laat ik daar eens naar gaan zoeken. Zo gaat dat proces, daarvan ben ik overtuigd. Of een heel concreet beeld of een wat vager beeld, maar we gaan zoeken naar dat beeld wat we al in ons hoofd hebben.

Ik heb drie uitgevers gesproken en die zeggen allemaal: zo'n leraar geschiedenis bepaald in tien minuten of hij zo'n boek koopt en dat doet die dus niet door dat boek te lezen. Hij bladert er doorheen en kijkt ook: wat voor onderwerpen zitten erin, hoe is het vormgegeven.
Als er allemaal beelden in staan die hij nog nooit gezien heeft, zal hij denken: nou ik weet niet of – het Napalmmeisje staat er niet in, terwijl het over Vietnam gaat – nee, dit is een beetje een gek boek, dit boek moet ik niet hebben.
Als er alleen maar beelden in staan die hij al kent, denkt hij: dat is een beetje saai. Dus moet het een mix zijn van herkenning en verrassing. Maar je weet ook: er zal altijd wel iets in moeten zitten waarvan hij denkt: dit moet er gewoon in, want dit moet ik aan mijn leerlingen doorgeven en dan zegt hij feitelijk: dit vind ik belangrijk, dus ik wil dat dit erin staat. En zo krijg je eigenlijk een cirkel waarbij we de wereld doorgeven.
Dat wordt ook wel weer eens doorbroken, want dan komt er een fotowedstrijd en dan komt er weer een heel ander beeld. Dat kan dus, maar: dan moeten we wel heel erg ons best doen. Of er komt een beeld voor terug wat weer verwijst naar een ander eerder beeld. Die cirkel van beelden blijft wel doorgaan. En zo gaat het volgens mij ook met die foto's die ik vaak zie over bijvoorbeeld allochtonen of over homo's: dat gaat via datzelfde principe.'

Volg Martijn op:

Twitter: @martijnkleppe

www.martijnkleppe.nl

www.axes-project.eu

www.photoq.nl/articles/columns/top-die-foto/