Menu Zoeken

Jan Willem Scholten

Geboren in 1964, freelance fotograaf. Foto: Jan Willem Scholten Fotografie BV.

"Ik denk dat de fotografie heel erg aan verandering onderhevig is op dit moment. Je ziet het ook in de muziek, vroeger had je grote bands en die bleven, maar wat nu doorbreekt is over drie maanden al weer van de kaart verdwenen. Dat lot is ook de fotografie beschoren, vandaag ben je een ster en morgen is het weer voorbij en is er een andere ster. Daarnaast vloeien alle disciplines steeds meer in elkaar over, art direction, film, fotografie. Een goede art director kan ook een foto maken, digitaal. As hij hem bij nummer 999 nog niet heeft dan maakt hij er nog meer en uiteindelijk heeft hij hem wel of hij plakt een paar beelden in elkaar. In mijn ogen is het vak fotografie eigenlijk dood. Het ambacht is dood, de magie is verdwenen. Ik ben helemaal niet tegen digitaal, het heeft me erg geholpen om mezelf als creatief fotograaf te ontwikkelen, maar het is ook de dood in de pot. We worden overspoeld met visuele informatie. We accepteren alles als een beeld. De kwaliteit delft het onderspit van de kwantiteit. Er ontstaat een soort beeldverloedering en iedereen accepteert het maar. Wanneer ben je nog fotograaf en wat is fotografie eigenlijk? Ik weet het niet, maar ik denk dat je een onderscheid moet maken tussen het ambacht en de fotografie in zijn algemeenheid, als beeld."

Na school – de School voor Fotografie en Fotonica in Den Haag – komt Jan Willem naar Amsterdam: "Ik ben in 1986/87 stage gaan lopen bij Boudewijn Smit, toen jong en opkomend. Ik werd gestuurd door school, ik wist niet wat ik wilde, reclame was een vies woord. Maar bij Boudewijn ging een heel nieuwe wereld voor me open. Modellen, koeriers op brommers, schetsen, klanten, prachtig allemaal. Ik ben er ingeduwd. Met licht werken, technische camera, het ambacht een heel nieuwe wereld. Heel spannend allemaal. En het betaalde goed. Boudewijn reed in een Mercedes, dikke lunches, muziek, alles kon. Dat wilde ik ook wel."

Het kwartje viel en het werk kwam bijna vanzelf: "Ik begreep ineens waarom ik fotograaf wilde worden. Ik was ook decorbouwer, freelance assistent, na mijn stage. Rene van den Berg was toen heel groot in de reclame,en die werkte met alle grote fotografen en ik bouwde decors voor hen. Via via kwam ik met alle grote jongens in contact.

Mijn eerste opdracht was voor BDDB, Lode Schaeffer, voor Europcar, via Rene. En toen langzaam opbouwen: met je portfolio langs de bureaus, via je netwerk dat je al had opgebouwd bellen, afspraken maken. Ik had een prachtig portfolio en ik had de Kodak Award net verloren van Rineke Dijkstra. Er waren altijd klussen die niets mochten kosten en dat schept ook verplichtingen aan de andere kant. En toen kreeg ik een Duitse agent, veel werk in Duitsland. Achteraf gezien heb ik me daar misschien in vergaloppeerd. Duitsland was toeval: een contact bij laboratorium Soeverein zat bij een Duitse agent, Helga Schierke, om Soeverein te verkopen en hij had foto's van mij in zijn map. Helga was enthousiast over mijn foto's en dus heb ik haar gebeld. Dus dat was mijn kans internationaal door te breken.

Omdat ik niet zoveel meer aan mijn portfolio deed, kwam er steeds minder werk ook uit Duitsland. In de fotografie heeft men altijd honger naar nieuwe dingen. Je moet mensen altijd inspireren en motiveren waarom ze met jouw moeten blijven werken. Als je jong bent is dat leuk, maar na 20 jaar is het ook wel eens leuk als de klant naar je toekomt, in plaats dat jij moet blijven investeren in die klant. Maar het is een oneindig proces, het vergt heel veel energie en creativiteit. En je moet het altijd alleen doen en dat is zwaar. Jij moet de nieuwe foto's maken, dat kan de agent niet voor je doen. En als je geen nieuwe foto's maakt, dan laten ze je portfolio staan. Je moet dat enthousiasme vasthouden. Het onderhoud van een relatie is het allermoeilijkste. De reclame is vluchtig, dat is een open deur. Het moet altijd van één kant komen, jouw kant. In het begin werk je keihard. Want als je stil zit, dan staat de wereld om je heen ook stil en dan is het snel klaar. Je moet de energie kunnen opbrengen en een scherpe focus hebben en houden, je hele leven. Dat heilige 'moeten' heb ik niet meer. Het probleem van fotografie is, dat je aan de ene kant creatief bent, je maakt iets, en dat ook te moeten verkopen. Als creatief ben je altijd onzeker over wat je maakt. En in die onzekerheid moet je verkopen."

Niet alles lukt: "Ik ben heel lang bezig geweest met galeries en musea. Maar als er dan helemaal niemand is die het hebben wil. Fotografie is communiceren. Waarom zou je het doen als niemand het wil zien. Die innerlijke drive heb ik niet meer. Het levert niets op, dat vrije werk.

Misschien lukte het niet omdat je het juiste netwerk niet heb. Het steekt me wel dat ik niet het boek 'Fotografen in Nederland' sta. Ik heb het internationaal heel goed gedaan. Het ontmoedigt. Ik begrijp nog steeds niet hoe het werkt, maar ik hou de eer aan mezelf. Ik ga niemand meer naar de pijpen dansen, daar ben ik te oud voor. Graag of niet."

Na 9/11 begon het bij Jan Willem rustiger te worden: "De digitale revolutie heeft een belangrijke rol gespeeld. De kennis die ik in vijfentwintig jaar had opgebouwd heeft totaal geen waarde meer. Niemand die er nog om vraagt.

Als fotograaf zit je op een piepklein eilandje en als je dan niet heel goed oplet en om je heenkijkt om de trends te volgen dan ga je inleveren. Ik was een specialist in autofotografie. Ook daar gingen de prijzen omlaag en kwam het ingeflitste plaatje. Ik ben daar niet in meegegaan."

En nu? "Ik heb alles gedaan wat ik kon doen: over de hele wereld gereisd, voor alle grote klanten gewerkt, binnen mijn mogelijkheden. Als commercieel fotograaf heb ik eruit gehaald wat erin zat. Kan altijd meer, maar word ik er ook gelukkig van? Aan dat dooie paard trekken of iedere ochtend met mijn dochter naar de crèche fietsen? Daar krijg ik nu energie van.

Je maakt keuzes, ik vind mijn gezin belangrijker dan mijn carrière als fotograaf. Dat heb ik toch al gehad.

Het beelden maken blijft in je bloed zitten. Ik blijf een beeldmaker, dat is gewoon prachtig. Fotografie is nu een hobby, noem het maar zo. Maar hobby is een beetje denigrerend. Het is meer, het ontstijgt het hobby-niveau. Ik heb er wel verstand van. Ik blijf fotograaf, alleen niet in economische zin."