Menu Zoeken

Gesloten stelsel

De wettelijke beperkingen zijn bedoeld om evenwicht te creëren tussen de belangen van rechthebbenden enerzijds en die van gebruikers anderzijds. In de wetenschap dat de regelingen afbreuk doen aan de belangen van de auteursrechthebbenden, worden de beperkingen dan ook als een limitatief en gesloten stelsel beschouwd. Dat wil zeggen dat de rechter naast de in de wet genoemde beperkingen geen andere beperkingen mag toepassen. Elke handeling die niet onder een wettelijke beperking valt, levert dus een auteursrechtelijke inbreuk op. Toch is de rechtspraak een enkele keer van dit uitgangspunt afgeweken. Zo speelde er in 1995 een zaak waarin de voordeeldrogisterij Kruidvat exclusieve luxe parfums van het Franse merk Dior in haar reclamefolders te koop had aangeboden. Dior probeerde deze verkoop en advertenties tegen te houden met een beroep op haar auteursrechten. Het Franse parfummerk vertrouwde daarbij kennelijk op de onaantastbaarheid van het gesloten stelsel van beperkingen. De Auteurswet bevatte geen beperking die het Kruidvat letterlijk toestond om de auteursrechtelijk beschermde flesjes af te beelden. Toch oordeelde de rechter dat elke verkoper, ongeacht het auteursrecht van anderen, legaal verkregen parfum en andere waren op de in de desbetreffende branche gebruikelijke wijze mag aanprijzen. Wanneer namelijk in dit geval het auteursrecht voorrang zou krijgen, dan zou dat de positie van het Kruidvat op onredelijk wijze schaden. De rechter paste in deze zaak dus eigenlijk een belangenafweging toe en verliet daarmee het gesloten stelsel van de Auteurswet. Om toch niet helemaal voorbij te gaan aan de Auteurswet haakte de rechter aan bij artikel 23, dat de eigenaar van een kunstwerk het recht geeft om dit zonder toestemming van de auteur in het openbaar tentoon te stellen of ter verkoop in een catalogus af te beelden.

Een andere zaak waarin de rechter afweek van het gesloten stelsel van wettelijke beperkingen betrof een geschil tussen publiciste Karin Spaink en de Scientology Church. Spaink had op het internet enkele fragmenten verspreid van teksten die slechts voor leden van de sekte bestemd waren. De rechter vond deze verspreiding weliswaar in strijd met het auteursrecht van de Scientology Church, maar was ontvankelijk voor het argument dat Spaink het publiek had willen waarschuwen tegen het ondemocratische karakter van de Scientology-leer en –organisatie. Voor dit algemene belang van vrijheid van meningsuiting moesten de auteursrechten van de sekte dan ook wijken. We moeten er dus vanuit gaan dat het Auteursrecht uiteindelijk altijd in redelijkheid moet worden toegepast, zelfs als dit betekent dat men daarvoor moet afwijken van in de wet vastgelegde principes. Wat een redelijke toepassing van de beperkingen is, hangt telkens af van de specifieke omstandigheden.