Menu Zoeken

Wijziging en aantasting

Voor zover de fotograaf door een inbreuk inkomsten misloopt, spreken we van een inbreuk op zijn exploitatierechten. Niet zelden levert de inbreuk echter ook een schending van de persoonlijkheidsrechten van de fotograaf op. Een schoolvoorbeeld hiervan betreft een rechtszaak tussen de fotograaf Frits Gerritsen en het dagblad De Gelderlander uit 1992 [noot 34]. De krant was in deze zaak in velerlei opzichten in de fout gegaan. Allereerst had de redactie een foto van Gerritsen zonder zijn toestemming gepubliceerd. Dit betekende dus allereerst een schending van het exploitatierecht van de fotograaf. Daarnaast had men echter ook nagelaten zijn naam te vermelden, een van de meest voorkomende inbreuken op het persoonlijkheidsrecht van een maker. Dit alles zou tot daaraan toe zijn geweest, ware het niet dat De Gelderlander de bewuste foto ook nog eens had aangesneden, waardoor de compositie was gewijzigd. Bovendien had de krant geen gebruik gemaakt van een negatief maar van een afdruk uit een eerder verschenen boekwerk, zodat de kwaliteit van het uiteindelijke resultaat zichtbaar slecht was. Op alle denkbare manieren had de redactie de persoonlijkheidsrechten van Gerritsen geschonden. Gerritsen stapte naar de rechter en werd volledig in het gelijk gesteld.

Ook het zonder toestemming manipuleren van fotobeelden kan een ontoelaatbare wijziging of zelfs een aantasting opleveren. Een duidelijk voorbeeld hiervan betreft een uitspraak uit 1997 over een geschil tussen de fotograaf H. de Jonge en Prof Color Fotovaklab [noot 35]. De fotograaf had een tweetal foto's geleverd aan het bedrijf Bosch & Keuning voor een nieuwe reclamebrochure. Bosch & Keuning had toestemming van De Jonge om de foto's digitaal te laten bewerken door Prof Color Fotovaklab. Die bracht een soort schaduwen aan waarmee de indruk werd gewekt dat de afgebeelde personen in beweging waren. Het fotovaklab had vervolgens zonder toestemming van de fotograaf de gemanipuleerde foto's gebruikt in eigen reclamemateriaal voor potentiële klanten. Bovendien was ook de naam van de fotograaf niet vermeld. De Jonge meende dat er sprake was van inbreuk op zijn auteursrechten, terwijl het Fotovaklab vond dat met de manipulatie een nieuw en oorspronkelijk werk was ontstaan. De kantonrechter oordeelde in eerste instantie dat de manipulatie inderdaad een zodanige creatieve activiteit inhield dat van een nieuw en oorspronkelijk werk gesproken moest worden. Prof Color Fotovaklab was auteursrechthebbende op de gemanipuleerde foto's en had daarom geen toestemming van De Jonge nodig om ze te gebruiken. In hoger beroep werd deze uitspraak echter overruled en kreeg de fotograaf alsnog gelijk. Het Hof oordeelde dat de inbreng van Prof Color Fotovaklab enkel had bestaan uit het toevoegen van het bewegingseffect; verder waren de foto's ongewijzigd gebleven. Met name de creatieve elementen (opnamehoek, belichting, uitsnede van de foto's en de pose van de afgebeelde personen), die bepalend waren voor het eigen karakter van de oorspronkelijke foto's van De Jonge, waren bij de manipulatie volledig intact gebleven.