Menu Zoeken

Niet in opdracht gemaakt

In de gevallen dat het initiatief voor het maken van een portret bij de fotograaf of diens opdrachtgever ligt – en dus niet bij de geportretteerde – geldt het verbodsrecht niet. De niet in opdracht geportretteerde kan zich op grond van artikel 21 van de Auteurswet alleen verzetten tegen het gebruik van zijn portret als daarvoor een redelijk belang bestaat. Ook in deze situatie kunnen de nabestaanden een beroep doen op deze regeling, maar in dit geval is er geen beperking van tien jaar. Zoals we in de volgende paragraaf zullen zien, geeft deze bescherming minder armslag dan het absolute verbodsrecht van de in opdracht geportretteerde. Indien er sprake is van een redelijk belang, dan volgt er nog een afweging met andere belangen. Een redelijk belang kan enerzijds gelegen zijn in de privacybescherming oftewel het fundamentele recht om met rust gelaten te worden. De media moeten altijd rekening houden met de wens van mensen om buiten de publiciteit te blijven. Anderzijds kan een redelijk belang zijn gelegen in de bescherming van commerciële belangen.

In de meeste gevallen zal duidelijk zijn of een portret wel of niet in opdracht is gemaakt. Niettemin doen zich soms lastige grensgevallen voor. Zo ook in een rechtszaak uit 1994 tussen actrice Ella van Drumpt en uitgeverij Spaarnestad. De uitgeverij had in het tijdschrift Playboy enkele naaktfoto's van de actrice gepubliceerd. De beelden betroffen zogenaamde 'stills' uit de Nederlandse film De Gulle Minnaar die in opdracht van de producent en met toestemming van Van Drumpt waren gemaakt voor promotionele doeleinden. Ook Playboy kreeg van de producent enkele naaktfoto's toegespeeld. Van Drumpt was het niet eens met de publicatie in dit blad en deed een beroep op een redelijk belang van artikel 21. Kennelijk beschouwde zij de foto's als niet in opdracht gemaakte portretten. De vraag is of dat inderdaad zo was, maar ook als het in opdracht gemaakte foto's waren, had Van Drumpt weinig kans van slagen bij de rechter. Ze had in haar filmcontract namelijk het uitsluitende recht aan de producent gegeven om zonder verdere toestemming en zonder extra vergoedingen haar naam en portret te gebruiken in verband met de exploitatie van de film in de ruimste zin van het woord. En wie eenmaal een dergelijke toestemming heeft gegeven, kan daar niet zomaar op terugkomen.