Menu Zoeken

Wijzigingen in het werk

Fotografen kunnen zich in veel gevallen ook verzetten tegen ongevraagde wijzigingen in hun foto. Ook hier geldt het redelijkheidsprincipe: verzet zal alleen worden gehonoreerd wanneer het niet in strijd is met de redelijkheid. Dat wil zeggen dat de rechter een afweging zal maken tussen het getroffen belang van de fotograaf en dat van de gebruiker. Soms speelt ook mee dat bepaalde (kleine) wijzigingen nu eenmaal onvermijdelijk zijn in een bepaalde branche. Zo zal het aansnijden van een persfoto in een dagblad eerder zijn toegestaan dan het aansnijden van een kunstfoto in een overzichtsuitgave. Door hierover van tevoren schriftelijke afspraken te maken, staat de fotograaf sterker in zijn bezwaar tegen een aangesneden publicatie. Datzelfde geldt wanneer een foto zonder toestemming wordt geplaatst in een context die het getoonde beeld verkeerd weergeeft of die de oorspronkelijke bedoeling van de fotograaf geweld aandoet. Ook het ongevraagd bewerken van een foto, zoals het toevoegen of weglaten van elementen of het in zwart-wit afdrukken van een oorspronkelijke kleurenfoto, is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de fotograaf.

Een bekend voorbeeld hiervan is een zaak tussen de Amerikaanse fotograaf Michel Comte en de Nederlandse uitgever van het boek De Valstrik van de Amerikaanse schrijfster Ruth Rendell. De uitgever had zonder toestemming een foto van Comte voor de omslag gebruikt. Er was dus alleen al daarom sprake van een auteursrechtelijke inbreuk. Maar daarnaast was de foto op verschillende manieren gewijzigd: ingekleurd, uitgesneden en afgedrukt in spiegelbeeld. Als klap op de vuurpijl was zelfs de naam van de fotograaf nergens vermeld. Je zou hier kunnen spreken van een schoolvoorbeeld op het gebied van auteursrechtelijke inbreuk. In de daaropvolgende rechtszaak moest de uitgever bakzeil halen en een flinke schadevergoeding betalen aan de fotograaf.