Menu Zoeken

Mate van oorspronkelijkheid

Het zal niemand verbazen dat foto’s van George Breitner, Annie Leibowitz, Henri Cartier-Bresson, Robert Capa, Helmut Newton en Rineke Dijkstra beschouwd worden als kunst, en dat deze aanspraak kunnen maken op auteursrechtelijke bescherming. De Auteurswet spreekt tenslotte van ‘werken van letterkunde, wetenschap of kunst’. Toch biedt het auteursrecht niet alleen bescherming aan de ‘ware’ kunstenaar. Een foto hoeft niet mooi of kunstzinnig te zijn om in aanmerking te komen voor auteursrechtelijke bescherming. Smaken verschillen en het auteursrecht laat zich met een dergelijke discussie liever niet in. Dat zou ook niet anders kunnen, want wie zou moeten bepalen wat mooi of lelijk is? Daarnaast hoeft een fotograaf ook niet beroepsmatig te fotograferen of een opleiding aan een kunstacademie te hebben voltooid. Het auteursrecht laat zich niet in met artistieke discriminatie en geeft werken van ‘high culture’ geen voorkeursbehandeling. Bescherming geldt zowel voor de opera ‘Lucia di Lammermoor’ van Donizetti als voor het ‘Smurfenlied’ van Vader Abraham.

Het criterium voor auteursrechtelijke bescherming heeft te maken met de mate van oorspronkelijkheid. Juristen spreken van een werk met een eigen en persoonlijk karakter, dat het persoonlijke stempel van de auteur, oftewel de maker draagt. Dit betekent dat een foto het resultaat moet zijn van een of meer keuzes die een persoonlijke visie van de fotograaf tot uitdrukking brengen. De vraag die daarbij telkens beantwoord moet worden, is of het aannemelijk is dat een andere fotograaf toevalligerwijs een (nagenoeg) identieke foto zou maken. We spreken in dit verband ook wel van het onherhaalbaarheidscriterium.

Bij foto’s wordt in dit kader met name gekeken naar de oorspronkelijke keuze, de begrenzing van het onderwerp, de afstand van de camera ten opzichte van het gefotografeerde object, de hoek waaronder dit gefotografeerd is, de wijze waarop gebruik is gemaakt van (kunst)licht en lichtinval, het moment, de brandpuntsafstand van de gekozen lens, de keuze voor de gebruikte lens en eventuele filters, bewegingseffecten, en het variëren van sluitertijd en diafragma. Ook bij de nabewerking bestaan diverse keuzemogelijkheden. In de traditionele donkere kamer kan een fotograaf zich onderscheiden in het ontwikkel- en afdrukproces. Bij digitale fotografie lijken de mogelijkheden welhaast onbegrensd. Door middel van bepaalde computerprogramma’s kan de fotograaf beelden oneindig bewerken. Ook de compositie – de wijze waarop de fotograaf de door hem te fotograferen objecten rangschikt – kan een belangrijke bijdrage leveren aan het auteursrechtelijke gehalte van een foto. De techniek, het bedienen van de camera, is slechts één van de aspecten van de creatieve arbeid. Kortom, er zijn zeer veel elementen waarmee een foto zich in auteursrechtelijk opzicht kan onderscheiden.