Menu Zoeken

Auteursrecht

Wanneer u iets origineels heeft gemaakt, wilt u natuurlijk niet dat iemand anders daar zomaar mee vandoor kan gaan. Daarom is het auteursrecht in het leven geroepen. Het auteursrecht maakt het mogelijk dat iedereen die werken creëert als enige mag beslissen over de exploitatie van die werken en dat die werken bovendien worden beschermd tegen misbruik door anderen. Mede dankzij het auteursrecht blijven mensen creatief.

In artikel 1 van de Auteurswet wordt het auteursrecht als volgt omschreven:

"Het auteursrecht is het uit sluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld."

In eerste instantie komt het auteursrecht op zo'n werk toe aan de maker van het werk, en wel vanaf het moment dat hij of zij het werk gemaakt heeft. Het auteursrecht hoeft niet altijd in handen van die maker te blijven. Het recht kan namelijk overgaan op iemand anders, bijvoorbeeld als de maker zijn of haar auteursrecht verkoopt. Als de maker het auteursrecht altijd zelf heeft gehouden, dan zal het uiteindelijk in handen komen van zijn of haar erfgenamen. Degene die het auteursrecht krijgt overgedragen of erft, is vanaf dat moment de nieuwe 'auteursrechthebbende' op het werk.

Wie auteursrecht heeft op een werk beschikt over twee exclusieve rechten: het alleenrecht om het beschermde werk openbaar te maken en het alleenrecht om het te verveelvoudigen. Dat betekent dus dat ieder ander dan de auteursrechthebbende niet zomaar op eigen houtje het beschermde werk mag gaan openbaar maken en/of verveelvoudigen. Daarvoor is – in beginsel - de voorafgaande toestemming van de auteursrechthebbende nodig. Die heeft immers als enige de auteursrechtelijke zeggenschap over het werk.

Naast de hierboven genoemde exploitatierechten krijgt elke maker van een werk persoonlijkheidsrechten. Die rechten, die ook wel 'morele rechten' worden genoemd, kunnen niet in handen van iemand anders komen en blijven dus bij de maker, ook als de maker zijn of haar auteursrecht (dus het openbaarmakings- en verveelvoudigingsrecht) aan een ander zou hebben verkocht.

Het auteursrecht is een onderdeel van het rechtsgebied dat het 'intellectueel eigendomsrecht' wordt genoemd. Daartoe behoren naast het auteursrecht en de daarop lijkende naburige rechten ook het merkenrecht, het octrooirecht, het modellenrecht en het handelsnaamrecht.

Er zijn enkele beperkingen op het auteursrecht waar fotografen op moet letten:

  • Het portretrecht geeft mensen die op een foto staan afgebeeld ook rechten.
  • Het recht van andere auteurs: de fotograaf moet rekening houden met het auteursrecht van de maker van een werk dat hij fotografeert, bijvoorbeeld een gebouw. Een foto kan ook door meer personen dan alleen een fotograaf zijn gemaakt. Bij het fotograferen van een interieur kan een stylist betrokken zijn, die ook auteursrecht heeft.
  • Het citaatrecht; een foto kan gebruikt worden als citaat, bijvoorbeeld in een recensie. Daarvoor is geen toestemming vereist, wel moet de naam van de fotogaaf worden vermeld. De foto mag nooit zoveel nadruk krijgen dat hij een zelfstandig onderdeel wordt, los van de tekst. Het formaat moet duidelijk afwijken van het geciteerde origineel. Het citeren mag de fotograaf geen economische schade berokkenen.
  • Als de fotograaf in loondienst werkt berust het auteursrecht bij zijn werkgever, tenzij daar andere afspraken over gemaakt zijn.